weckfles 1

Pagina top navigatie elementen

Proef met de weckfles: uitvoeren van het experiment

Transcript

LEERKRACHT: Omdat yoghurt wat zuurder is dan melk…
LEERKRACHT: Zien jullie nog spekjes dan?
LEERLING: Nee het is helemaal eh (…).
LEERKRACHT: Ja daarom is de kleur natuurlijk…
LEERLING: Het ruikt op zich nog wel gewoon naar yoghurt maar (…) veel vloeibaarder dan melk.
LEERLING: Maar yoghurt is ook heel sterk.
LEERKRACHT: Maar het ruikt gewoon nog naar melk hè.
LEERLING: Er zit nog een klein stukje in.
LEERKRACHT: Ja ik zag het al, nu al, moet je nagaan. En wat zijn dan die dingen?
LEERLING: Schimmel.
LEERLING: Hij leeft nog!
LEERKRACHT: … gek.
LEERLING: Maar schimmel dat voedt zich met yoghurt en andere dingen die erin zitten.
LEERLING: Maar er zat ook zo’n soort ehm...
LEERLING: Harige schimmel (…)
LEERLING: En zo’n gelatinelaagje zat er overheen.
LEERKRACHT: Oké, dus dat zou dan wel door het spek kunnen komen of niet?
LEERLINGEN: Ja.
LEERKRACHT: Of denk je van niet?
LEERLING: Spek is een beetje, voelt een beetje flubberig. Dat beweegt zo.
LEERLING: Spek kun je niet meer terug vinden.
LEERKRACHT: Nee hè? Dat is toch apart. Jeetje, wat leuk. Nou.
LEERLING: Ja en bij die andere lag alle kleurstof die in het spekje zat, lag onderin en dat was hartstikke cool.
LEERKRACHT: Ja, als de tomaat nog heel was dan hadden we een vergelijking kunnen maken tussen de melk en de yoghurt.
LEERLING: Mevrouw, is er hier ergens een zeef?
LEERKRACHT: Die heeft al een groepje in gebruik.

Wat zie ik hier?

• School: Basisschool ‘t Montferland
• Groep: 7/ 8
• Les: Proef met de weckflessen
• De leerlingen hebben enkele weken geleden in groepjes een onderzoeksvraag geformuleerd over het samenvoegen van verschillende etenswaren (bv melk en tomaten) en wat er verandert in de samenstelling als je deze ruim een maand in een weckfles laat zitten.

Wat doet de leerkracht?

In dit fragment bekijkt de leerkracht samen met het groepje de inhoud van de weckfles (yoghurt, druif, spekjes en tomaat). Ze neemt zelf een onderzoekende houding aan en is zelf ook verwonderd en nieuwsgierig. Ze geeft leerlingen de ruimte om te vertellen wat ze hebben waargenomen. Ze herhaalt de verklaringen die de leerlingen geven aan de veranderingen in de samenstelling. Ze stelt vragen (‘En wat is dat dan?’) en geeft zelf een verklaring (‘Dat zou dan door de spek komen'), maar niet zonder te checken bij de leerlingen of ze het ermee eens zijn ('Of denk je van niet?’). 

Wat doen de leerlingen?

De leerlingen van dit groepje verwoorden hun waarnemingen. Ze geven aan hoe de samenstelling eruit ziet, waar het op lijkt (gelatinelaag) en hoe het ruikt. Ze geven ook verklaringen voor de veranderingen die zijn opgetreden. Daarmee maken ze gebruik van eerder opgedane kennis over de voedingsstoffen: ‘schimmel voedt zich met yoghurt’, ‘yoghurt is zuurder dan melk’. 

lesfasen